De for ... in lus doorloopt de onderdelen (properties) van een object.
Syntaxis:
for (variabele in object){ Uit te voeren code }
Voorbeeld:
<!DOCTYPE html PUBLIC "-//W3C//DTD XHTML 1.0 Transitional//EN" "http://www.w3.org/TR/xhtml1/DTD/xhtml1-transitional.dtd"> <html xmlns="http://www.w3.org/1999/xhtml"> <head> <meta http-equiv="Content-Type" content="text/html; charset=utf-8" /> <title>Koppen</title> </head> <body> <div id="koppen"></div> <script type="text/javascript"> var koppen = ""; var koptags = {h1:1, h2:2, h3:3, h4:4, h5:5, h6:6} for (kop in koptags){ koppen += "<" + kop + ">Dit is een Kop " + koptags[kop] + "</" + kop + ">"; } document.getElementById('koppen').innerHTML = koppen; </script> </body> </html>
De variabele koptags noemen we een object. Deze bevat de variabelen met de namen h1, h2, h3, h4, h5 en h6 (gedeelte voor de :). Deze variabelen hebben respectievelijk de waarden 1, 2, 3, 4, 5 en 6 (gedeelte na de :). M.a.w. in dit geval bevat een object verschillende variabelen met bijhorende waarden. Objecten kunnen dus gebruikt worden om verschillende variabelen te groeperen.
In de for lus krijgt de variabele kop bij elke doorloop als waarde de naam van de volgende objectvariabele. De waarde van de objectvariabele is bereikbaar via de objectnaam[variabelenaam] (in het voorbeeld koptags[kop]). De lus wordt uitgevoerd tot alle objectvariabelen aan bod kwamen.