Algebra op school: x = 5, y = 6, z = x + y.
Een letter wordt gebruikt om een getal in op te slaan (x bevat 5), waarmee je dan later z kunt bereken (11).
De letters noemen me variabelen, en worden gebruikt om waarden (bijvoorbeeld het getal 5) of bewerkingen (expressies, bijvoorbeeld: x + y) in op te slaan.
Variabelen hebben een naam (kort zoals x of beschrijvend zoals voornaam).
De namen van variabelen in JavaScript zijn:
hoofdlettergevoelig
beginnen met een letter, $ of een underscore.
De waarde van een variabele kan tijdens het uitvoeren van een script veranderen. Daarbij verwijs je naar de naam van de variabele als je de waarde ervan wilt aanpassen of opvragen. Weergeven
<!DOCTYPE html PUBLIC "-//W3C//DTD XHTML 1.0 Transitional//EN" "http://www.w3.org/TR/xhtml1/DTD/xhtml1-transitional.dtd"> <html xmlns="http://www.w3.org/1999/xhtml"> <head> <meta http-equiv="Content-Type" content="text/html; charset=utf-8" /> <title>Voornaam</title> </head> <body> <p><span id="gepensioneerd"></span> werd opgevolgd door <span id="opvolger"></span>.</p> <script type="text/javascript"> var voornaam; voornaam = "Ingrid"; document.getElementById("gepensioneerd").innerHTML = voornaam; voornaam = "Dany"; document.getElementById("opvolger").innerHTML = voornaam; </script> </body> </html>
Een variabele aanmaken noemen we declareren. Dit gebeurt met het sleutelwoord var.
var x; var voornaam;
Na de declaratie zijn de variabelen leeg (ze hebben nog geen waarde).
Tijdens de declaratie kan je variabelen een waarde geven:
var x = 5; var voornaam = "Dany";
Opmerkingen: Tekstwaarden beginnen en eindigen met aanhalingstekens. Indien de tekstwaarde zelf aanhalingstekens bevat, gebruik je enkelvoudige aanhalingstekens.
var uitspraak = 'De professor zei: "Ik verzet mij tegen dit maakbaarheidsidealisme."'
Een opnieuw gedeclareerde variabele behoudt zijn oorspronkelijke waarde.
De backslash (\) wordt gebruikt om speciale karakters die normaal niet toegestaan zijn toch in een tekstwaarde te gebruiken.
var tekst="Ze noemen ons de "Vikings" van het noorden.";
In JavaScript begint en eindigt een tekstwaarde (string) met enkele of dubbele aanhalingstekens. Dit zorgt ervoor dat in het bovenstaand voorbeeld de variabele tekst de volgende tekstwaarde zal bevatten: Ze noemen ons de.
Om dit te voorkomen plaats je voor de aanhalingstekens in de tekstwaarde een backslash (\). Een karakter na een backslash wordt door JavaScript letterlijk in de tekstwaarde opgenomen en dus niet gezien als het einde van de tekstwaarde:
var tekst="Ze noemen ons de \"Vikings\" van het noorden.";
De variabel tekst bevat nu: Ze noemen ons de "Vikings" van het noorden.
De volgende tabel toont een lijst met speciale karakters:
Code |
Teken (karakter) |
\' |
Enkele aanhaling (single quote) |
\" |
Dubbele aanhaling (double quote) |
\\ |
backslash |
\n |
Nieuwe regel (new line) |
\r |
Terugloop (carriage return) |
\t |
tab |
\b |
backspace |
\f |
Volgende pagina (form feed) |
Een variabele die binnen een functie gedeclareerd wordt, kan enkel in deze functie gebruikt worden. Bij het beëindigen van de functie wordt de lokale variabele vernietigd.
Je kunt dus lokale variabelen met dezelfde naam in verschillende functies gebruiken, zonder dat ze elkaar beïnvloeden, want lokale variabelen worden enkel herkend in de functie waarin ze gedeclareerd werden.
Variabelen die buiten een functie gedeclareerd worden zijn globale variabelen. Alle scripts en functies op één webpagina kunnen de globale variabelen gebruiken.
Globale variabelen worden vernietigd bij het verlaten van de webpagina.
Als je een waarde toekent aan een nog niet gedeclareerde variabele dan wordt de variabele automatisch gedeclareerd als globale variabele.